Downsyndroom komt voor bij ongeveer 1 op de 400 zwangerschappen en wordt veroorzaakt door een extra chromosoom 21. Ruim 30 procent van de zwangerschappen van een baby met downsyndroom eindigen in een miskraam. De kans op een baby met downsyndroom neemt toe naarmate de moeder ouder is. Dit betekent echter niet dat jonge vrouwen geen kind met downsyndroom kunnen krijgen.
Kinderen met downsyndroom hebben een lichte tot ernstige verstandelijke beperking. Deelname aan onderwijs, werk en sociale contacten is soms goed mogelijk maar niet voor iedereen haalbaar. Door vroege hulp wordt de kans op maximale ontplooiing sterk verbeterd. Behandeling van het downsyndroom is niet mogelijk.
Voor meer informatie over het downsyndroom verwijzen wij u naar de website van de Stichting Downsyndroom.